Ulna fractuur (breuk van de ellepijp)
Ellepijpbreuk, ulna breuk, voorarmbreuk, olecranon fractuur
Wat is een ulna fractuur?
Een ulna fractuur is een relatief veel voorkomend letsel. Dit letsel wordt gekarakteriseerd door een breuk in één van de lange botstukken van de voorarm: de ulna fractuur (ook bekend als de breuk van de ellepijp).
De voorarm bestaat uit twee lange botten: de ellepijp (ulna) en het spaakbeen. Deze zijn naast elkaar gesitueerd en vormen samen met het bot van de bovenarm het ellebooggewricht. De ulna ligt aan de binnenzijde van de voorarm.
Tijdens bepaalde activiteiten zoals een val op een uitgestrekte arm wordt er een grote kracht op de ulna uitgeoefend. Wanneer deze kracht groter is dan het bot aankan, kan dit resulteren in een breuk. Dit letsel wordt een ulna fractuur genoemd. Deze fracturen kunnen verschillen in locatie, ernst en type breuk.
Dit verschijnsel komt vaak voor bij ouderen, maar wordt ook gezien bij jongeren en atleten. Deze breuk ontstaat vaak in combinatie met andere letsels zoals dislocatie van de elleboog, dislocatie van de pols, polsverstuiking of bijkomende breuken van de hand, pols of voorarm.
Wat zijn de oorzaken?
Het ontstaat meestal tijdens een botsing of tijdens een val op een uitgestrekte arm of op de elleboog. Dit letsel treedt vaak op tijdens bepaalde sporten zoals snowboarden, skateboarden, schaatsen, fietsen, voetbal, rugby en basketbal. Tijdens deze sporten vallen de spelers vaak met hun arm op een hard oppervlak, wat in sommige gevallen kan leiden tot een ulna fractuur. Ze kunnen echter ook tijdens botsingen in het verkeer of tijdens botsingen in de sport ontstaan.
Wat zijn de tekens & symptomen?
Personen met een ellepijpbreuk ervaren meestal plotse scherpe, intense pols-, voorarm- of elleboogpijn op het moment van het trauma. Dit zorgt er meestal voor dat de persoon zijn arm tegen zijn lichaam wilt drukken om het letsel te beschermen. De pijn wordt gewoonlijk gevoeld aan de voor-, achter- of pinkzijde van de voorarm, pols of elleboog en kan snel ontstaan. De pijn is voornamelijk aanwezig tijdens de nacht en gedurende de morgen. Personen met een ellepijpbreuk kunnen naast pijn ook zwelling en blauwe plekken ervaren. Ook neemt de pijn toe bij het drukken op de aangedane regio, duwactiviteiten, grijpactiviteiten of tijdens bepaalde bewegingen van de elleboog, voorarm of pols. In sommige gevallen hebben personen met een ulna fractuur een abnormaal gevoel (tintelingen, naaldenprikken, etc.) in de voorarm, hand of vingers. In ernstige gevallen, waarbij er een verplaatsing van het bot heeft plaatsgevonden, is er een duidelijke vervorming van de elleboog zichtbaar.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Meestal vormt een anamnese (het typische verhaal dat de patiënt vertelt over zijn klacht) in combinatie met een klinisch onderzoek door de fysiotherapeut of arts, een essentiële bijdrage tot de diagnose. Een RX-scan is noodzakelijk om de diagnose te bevestigen. Verder onderzoek zoals een MRI-scan, botscan of CT-scan kan in sommige gevallen bijdragen aan het stellen van de diagnose en het vaststellen van de ernst van de letsel.
Wat is de behandeling?
Personen met een ellepijpbreuk waarbij de botstukken 'verplaatst' zijn of waarbij er ook een 'dislocatie' van de pols of elleboog heeft plaatsgevonden, ondergaan eerst een anatomische reductie (terugzetting). Onder verdoving zullen de botstukken weer in de oorspronkelijke positie worden geplaatst. Na deze reductie worden de botstukken chirurgisch gestabiliseerd door middel van interne fixatie (plaat en schroeven). Na de operatie wordt de voorarm vaak een aantal weken geïmmobiliseerd door een brace of sling.
Bij personen met deze blessure waarbij de botstukken niet zijn verplaatst, wordt de arm gedurende 8 weken geïmmobiliseerd.
Het helingsproces wordt opgevolgd met een RX-scan. Met deze scan wordt vastgesteld of de breuk herstelt in de correcte anatomische stand. Als heling is vastgesteld, kan de arts de patiënt overdragen aan de fysiotherapeut en kan de revalidatie beginnen.
Eén van de belangrijkste componenten van de revalidatie is dat de patiënt genoeg rust neemt van alle activiteiten die een toename van pijn veroorzaken. Activiteiten die de voorarm onder hoge druk/spanning zetten, moeten vermeden worden. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: tillen en duwen. Indien de voorarm meer rust krijgt van deze activiteiten kan het lichaam het helingsproces inzetten zonder meer schade op te lopen. Wanneer de patiënt de activiteiten pijnvrij kan uitvoeren, mag de belasting gradueel worden opgevoerd zonder dat de symptomen toenemen, zodat de patiënt langzaam kan terugkeren naar zijn oorspronkelijke dagelijkse activiteiten.
Het negeren van symptomen/klachten kan voor meer schade zorgen en het herstelproces vertragen of zelfs tegenwerken.
Fysiotherapie helpt om de klachten te verminderen. De verrichtingen die wij bij Fysiotherapie Vlambloem gebruiken zijn, volgens de nieuwste inzichten en helpen uw klachten op te lossen.
Patiënten worden gedurende de gehele behandeling persoonlijk behandeld door de fysiotherapeut. Bij Fysiotherapie Vlambloem hanteren we een "hands-on" gerichte aanpak waarbij u iedere behandeling 1- op -1 behandeld wordt door de fysiotherapeut.
Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem contact op met Fysiotherapie Vlambloem!