Ma-vrij van 8 tot 21 uur. Za tot 17 uur

Elleboogdislocatie

Elleboogluxatie, elleboog uit de kom

Wat is elleboogdislocatie?

Een gedisloceerde elleboog (uit de kom) is letsel dat wordt gekarakteriseerd door schade en scheuring van bindweefsel rondom het ellebooggewricht. Ook treedt er een verplaatsing op van de botten die het ellebooggewricht vormen, zodat deze zich niet langer naast elkaar bevinden. Een elleboogdislocatie kan een zeer ernstig elleboogletsel vormen.

De voorarm bestaat uit twee lange botten: de ellepijp en het spaakbeen. Deze zijn naast elkaar gesitueerd en vormen samen met het bot van de bovenarm het ellebooggewricht. Het ellebooggewricht wordt omsloten door sterk bindweefsel genaamd het gewrichtskapsel, en verschillende ligamenten (banden). Deze structuren zorgen samen met verschillende spieren voor extra gewrichtsstabiliteit.

Tijdens bepaalde bewegingen van de elleboog komen er grote krachten op het kapsel van de elleboog te staan. Wanneer dit overmatig gebeurt en meer is dan de elleboog aankan, kan het bindweefsel (kapsel en banden) scheuren. Indien de krachten op het ellebooggewricht ook groter zijn dan de spieren aankunnen, kan dit leiden tot een verplaatsing. In dat geval zullen de botten die samen het ellebooggewricht vormen, zich uit hun normale positie verplaatsen en kunnen we spreken van een gedisloceerde/geluxeerde elleboog.

Aangezien er een grote kracht nodig is om een elleboogdislocatie te veroorzaken, gaat dit letsel vaak gepaard met andere letsels. Deze andere letsels kunnen zijn: polsletsel, elleboog- of voorarmbreuk, ligamenten(banden)- of spierscheuren en kraakbeen- of zenuwschade. Soms kan er zelfs een samendrukking van een bloedvat ontstaan wat ernstige gevolgen kan hebben indien dit niet snel verholpen wordt.

Wat zijn de oorzaken?

Een elleboogdislocatie wordt meestal veroorzaakt door een trauma waarbij de elleboogbotten uit elkaar worden geduwd. Dit kan zich voordoen bij contactsporten (rugby, voetbal) of bij een val op een uitgestrekte arm (voornamelijk bij een val van hoogte of op snelheid).

Wat zijn de tekens & symptomen?

Personen met een gedisloceerde elleboog ervaren meestal plotse ernstige pijn op het moment van het trauma. De pijn is meestal zo intens dat de persoon niet onmiddellijk kan doorgaan met zijn activiteit en zijn arm het liefst tegen zijn lichaam klemt om de elleboog te beschermen. De pijn wordt meestal gevoeld in de elleboogregio, maar kan soms ook uitstralen naar de arm, voorarm, hand of vingers.

Personen met dit letsel ervaren vaak een gevoel van 'uit de kom gaan' op het moment van het trauma. Zwelling en zichtbare veranderingen van vorm van het ellebooggewricht kunnen worden waargenomen wanneer beide armen met elkaar worden vergeleken. Ook kan er na verloop van tijd een blauwe plek zichtbaar worden. De pijn neemt meestal toe wanneer er geduwd wordt op de aangedane elleboog. Verlies van de volledige buiging en strekking van de elleboog treedt meestal op en wordt de volgende dagen erger wanneer de zwelling toeneemt. Soms ervaart men een prikkend (spelden en naalden) of verdoofd gevoel in de elleboog, voorarm, hand of vingers. Ook kan men in sommige gevallen het gevoel hebben dat de polsslag in de voorarm, pols of hand afwezig is. Deze afwezigheid kan veroorzaakt worden door schade aan bloedvaten en is ernstig. Indien men dit ervaart, dient men onmiddellijk medische hulp in te schakelen.

Nadat een gedisloceerd ellebooggewricht weer wordt teruggezet (relocatie) door een sportarts of orthopeed kan men een gevoel van zwakte, stijfheid en pijn in de elleboog ervaren. Bij bepaalde bewegingen kan de pijn scherper worden. De meeste symptomen/tekens verdwijnen na een gepaste revalidatie. Echter, gezien het feit dat dit letsel zeer ernstig kan zijn, kan men met een gedisloceerde elleboog langdurige problemen ervaren. Deze kunnen zijn: elleboogstijfheid, zwakte en een gevoel van dreigende dislocatie/luxatie van de elleboog wanneer deze in een bepaalde positie wordt geplaatst.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Meestal is een anamnese (het typische verhaal dat de patiënt vertelt over zijn klacht) in combinatie met een klinisch onderzoek door de fysiotherapeut voldoende om tot de diagnose te komen. Verdere onderzoeken zoals een MRI-scan, botscan of CT-scan kunnen bijdragen aan het stellen van de diagnose en het vaststellen van de ernst van het letsel. Ook kan er een RX-scan worden uitgevoerd nadat de elleboog is teruggezet (relocatie) door de sportarts of orthopeed.

Hoe wordt het behandeld?

Personen met een geluxeerde elleboog hebben direct medische hulp nodig. In sommige gevallen kunnen de bloedvaten schade oplopen door de dislocatie. Dit kan ernstige gevolgen hebben indien dit niet onmiddellijk wordt verholpen. Als de polsslag afwezig is in de onderarm is onmiddellijke relocatie (terugzetten) van het ellebooggewricht vereist om de compressie van de bloedvaten te verminderen en de bloedstroom naar de voorarm en de hand te herstellen. Indien de polsslag na de relocatie nog steeds afwezig is, is onmiddellijke chirurgische interventie noodzakelijk.

Personen zonder compressie van de bloedvaten worden gewoonlijk onderzocht met behulp van een RX-scan. Zo worden botbreuken uitgesloten voordat het ellebooggewricht wordt teruggezet (relocatie). Na de RX-scan kan een (sport)arts of orthopeed een 'relocatie' van het ellebooggewricht uitvoeren. Hierbij worden de elleboogbotten teruggezet in hun normale positie. De relocatie moet NIET door de patiënt zelf worden uitgevoerd. Als een relocatie niet correct wordt uitgevoerd, loopt de patiënt het risico om andere structuren rond de elleboog te beschadigen zoals zenuwen, bloedvaten, bot, ligamenten (banden) en kraakbeen.

Een bezoek aan een orthopeed is essentieel om een optimaal behandelplan op te stellen, voornamelijk in de gevallen waarbij er met de dislocatie breuken zijn opgetreden. Behandeling kan bestaan uit: verplaatste botstukken terugzetten, immobilisatie, brace of mitella of een operatie. De orthopeed zal beslissen wat de gepaste behandeling zal zijn op basis van de ernst van het letsel en andere geassocieerde letsels zoals breuken en bloedvatschade.

Na het terugzetten van de elleboog en de behandeling van de geassocieerde letsels (breuken, bloedvaten) zullen alle patiënten een fysiotherapeutisch revalidatieprogramma ondergaan.

Het succes van het behandelen van een elleboogdislocatie is sterk bepaald door de samenwerking met de patiënt. Behandeling bevat meestal vroege mobilisatieoefeningen die worden begeleid door de orthopeed en de fysiotherapeut om stijfheid en zwakte te voorkomen.