Ma-vrij van 8 tot 21 uur. Za tot 17 uur

Rughernia

Lumbale hernia, lumbale discus bulging, discus uitstulping, HNP, hernia nuclei pulposi, Intervertebraal discusletsel

Wat is een hernia (lage rug)?

Een hernia (lage rug) is een uitstulping van de kern (nucleus) van de tussenwervelschijf in de onderrug die rugklachten kan veroorzaken. De wetenschappelijke term is hernia nuclei pulposi (HNP).

De wervelkolom bestaat uit meerdere op elkaar gestapelde botstukken: de wervels. De wervels hebben in het midden een groot gat en in het verlengde van elkaar vormen deze gaten het spinale kanaal. Door dit kanaal lopen het ruggenmerg en de zenuwen. Elke wervel is verbonden met de wervel erboven en de wervel eronder via de 'tussenwervelschijven'. Deze tussenwervelschijven zijn kraakbenige ringen met in het midden een bewegelijke/vloeibare kern: de nucleus.

Wat zijn de tekens & symptomen van een hernia?

Een lumbale HNP is een uitstulping van een breuk van de tussenwervelschijf. Bij een breuk komt de kern (nucleus) van de tussenwervelschijf naar buiten en kan deze compressie geven op de zenuwbanen. Dit kan verschillende klachten veroorzaken. Vaak heeft men last van lage rugpijn met uitstralende pijn in één of beide benen (kan ook veroorzaakt worden door het piriformis syndroom). Deze uitstralende pijn kan tot aan de knie of zelfs tot aan de hiel lopen. Dit is afhankelijk van de locatie van de HNP, omdat die bepaalt welke zenuwbaan onder compressie komt te staan. Meestal zit de hernia ter hoogte van L4-L5 of L5-S1, dus tussen de 4e en 5e lumbale wervel in het onderste gedeelte van de lumbale wervelkolom. Meestal ontstaat er een hernia doordat men lage rugartrose ontwikkelt.

De klachten kunnen worden uitgelokt door bukken, zitten, tillen, etc. Met het naar voren buigen wordt de kern nog verder naar achter geduwd waardoor er nog meer druk op de zenuwbanen komt te staan. Dit resulteert in de herkenbare uitstralende pijnklacht. Ook drukverhogende momenten zoals hoesten, niezen en persen kunnen de klacht opwekken. In sommige gevallen kan de druk op de zenuw zo hoog zijn dat dit leidt tot gevoelsstoornissen zoals tintelingen en voosheid en/of krachtverlies van de spieren.

Bijdragende factoren in het ontwikkelen van deze blessure kunnen zijn: leeftijd (20-50 jaar), genetica, slechte houding, blessuregeschiedenis van de onderrug, overgewicht, slechte hef- en tiltechniek en een levensstijl waarbij men veel zit (passief) of lichamelijk zwaar werk verricht (overbelasting). Meestal zien we dat slijtage van de tussenwervelschijf tot verzwakking van de kraakbenige ring zorgt. Door deze verzwakking wordt de kans op een breuk van de tussenwervelschijf groter met als mogelijk gevolg een uitstulping van de kern. Ook wordt de HNP vaak veroorzaakt door langdurige dezelfde houding aan te nemen. Dit zien we bij mensen die veel zittend werk doen, bijvoorbeeld vrachtwagenchauffeurs. Daartegenover staat dat lichamelijk zwaar werk met veel bukken (bijv. tegelleggers) ook de boosdoener kan zijn. Vaak zien we dat bij de meeste mensen met een lumbale HNP de spierconditie niet optimaal is. De spieren werken niet goed samen of zijn te zwak met als gevolg meer druk op de tussenwervelschijf en meer kans op een hernia.

De diagnose kan worden gesteld door een fysiotherapeut of een arts. Een MRI-scan of een CT-scan kan worden gebruikt om de diagnose te bevestigen.

Hoe wordt een hernia behandeld?

Een lumbale hernia kan conservatief of operatief worden behandeld. Vaak wordt er voor de conservatieve oplossing fysiotherapie gekozen. Wanneer deze benadering niet genoeg resultaat oplevert of wanneer er sprake is van een ernstige situatie zal er chirurgische interventie plaatsvinden. Na deze interventie is revalidatie noodzakelijk om de core stabiliteit te trainen en de mobiliteit en flexibiliteit van de wervelkolom te behouden.

Tijdens de conservatieve behandeling evalueert de fysiotherapeut de pijnlijke bewegingen. Rust in combinatie met bewegen is de juiste behandeling. De oefeningen en levensstijladviezen dienen de nucleus (kern) terug in de oorspronkelijk positie te bewegen. Wanneer de kern minder ver uitpuilt, zullen de klachten afnemen en zal de bewegelijkheid toenemen. Op dit moment zal het weefsel aan de achterkant van de tussenwervelschijf gaan herstellen om op deze manier een nieuwe uitstulping te voorkomen. Klachtenvrij is niet direct probleemvrij. Men zal de core stabiliteitsoefeningen nog een tijd moeten voortzetten om optimaal resultaat te behalen en te behouden.