Ma-vrij van 8 tot 21 uur. Za tot 17 uur

Rotator cuff ruptuur

Rotator cuff scheur, supraspinatus scheur, rotator cuff ruptuur, partiele rotator cuff scheur, volledige rotator cuff ruptuur

Wat is een rotator cuff scheur?

Een rotator cuff scheur is een aandoening waarbij één of meer van de vier cuff spieren (rotatorenmanchet) gedeeltelijk of volledig is/zijn gescheurd.

De rotator cuff is een groep van vier spieren die vanuit het schouderblad via de pezen van de rotatorenmanchet aanhechten op de kop van het bovenarmbot (humerus). Samen zorgen de spieren van deze manchet voor beweging en stabiliteit van het schoudergewricht. De rotator cuff bestaat uit: supraspinatus, infraspinatus, subscapularis en teres minor. Wanneer deze spieren aanspannen, komt er spanning op de pezen te staan. Wanneer deze pezen vaak onder spanning staan, door te veel herhalingen of door een te grote kracht, kan er schade aan de pezen ontstaan. Deze overbelasting kan resulteren in een gedeeltelijke of volledige scheur van één of meer van de vier pezen. Van de vier spieren is de supraspinatus het meest frequent aangedaan.

Wat zijn de oorzaken & klachten?

De blessure ontstaat meestal door herhaalde of langdurige activiteiten die de pezen van de rotatorenmanchet veel belasten. Dit komt typisch voor bij overmatig of verkeerd tillen, zware bovenhandse activiteiten, vallen op een uitgestrekte arm, zwaar duwen/trekken of een krachtige gooibeweging. In sommige gevallen ontstaat deze aandoening gradueel wanneer men de pezen gedurende een langere tijd zwaar belast. Dit kan graduele degeneratie en verzwakking van de desbetreffende spieren betekenen met als gevolg meer risico op een scheur of andere blessures. Een rotator cuff scheur is dus ook een veel voorkomende aandoening bij ouderen. Daarnaast zien we dat de aandoening veel voorkomt in de gooisport (honkbal), zwemsport, racketsport (tennis), gewichtheffen en peddelsport (kajakken).

Personen met een scheur van één van de spieren van de rotatorenmanchet ervaren meestal een acute pijn/scheurende sensatie tijdens het incident. Wanneer er sprake is van een matige ruptuur zal men redelijk actief kunnen blijven. Echter, na de activiteiten (in rust) kan er een stijf/pijnlijk gevoel in de schouder ontstaan. Bij ernstige gevallen zal men beperkt zijn in zijn/haar activiteiten in het dagelijks leven. Personen met een rotator cuff scheur ervaren pijn gelokaliseerd in de schouder. In sommige gevallen kan deze pijn uitstralen naar de bovenarm, het schouderblad, de bovenrug en/of de nek. De pijn is over het algemeen 'zeurend' aanwezig en neemt toe ('scherp') met activiteiten. Is er sprake van een volledige ruptuur, dan wordt het onmogelijk om de arm in alle richtingen te bewegen. Bij ernstige of chronische gevallen kunnen er bijkomende tekens aanwezig zijn zoals afname van spiermassa, spierzwakte en nachtelijke pijn.

Personen met een matige ruptuur ervaren meestal pijn of hebben moeite met het optillen van de aangedane arm. De pijn kan ook toenemen wanneer men probeert te tillen, duwen, trekken of slaapt op de aangedane zijde.

Bijdragende factoren in het oplopen van deze aandoening kunnen zijn: spierdisbalans, slechte houding, overmatige en/of verkeerde training en abnormale biomechanica (slechte techniek).

De diagnose kan door een fysiotherapeut of een arts worden gesteld. Een echo of een MRI-scan kan nodig zijn om de diagnose te bevestigen en de ernst van de scheur vast te stellen.

Hoe wordt het behandeld?

Met adequate fysiotherapeutische behandeling zal iemand met een matige rotator cuff scheur in een relatief korte periode volledig herstellen. Het doel van de fysiotherapie is voorwaarden scheppen voor herstel, en het lichaam de relatieve rust, beweging en begeleide opbouw bieden om de scheur zelfstandig te laten herstellen. Wanneer de klacht echter langdurig aanwezig is en er sprake is van een chronische klacht zal het revalidatieproces significant langer duren (meerdere maanden). Als er sprake is van een grotere scheur of een totale scheur kan chirurgische interventie geïndiceerd zijn. Na de operatie zal de fysiotherapeutische revalidatie in 3-6 maanden opbouwen naar het volledig hervatten van activiteit.

Tijdens de fysiotherapeutische sessie kunnen verschillende behandelstrategieën worden aangeboden. Deze kunnen zijn: stretchen, RICE (rust, ijs, compressie, elevatie), gewrichtsmobilisaties, sportmassage/fricties, oefentherapie, aanpassen van activiteiten, medical taping, easy taping, etc. De fysiotherapeut werkt gecombineerd 'hands-on' en geeft advies en sturing in welke oefeningen het beste zijn voor de patiënt. De focus van de oefentherapie ligt op spierversterking, schouderstabilisatie en het aanleren van correct schoudergebruik. Hierin is de samenwerking tussen de fysiotherapeut en de patiënt erg belangrijk. De fysiotherapeut kan helpen om oorzakelijke factoren te bestrijden en kan zowel een revalidatieprogramma als een preventieschema opstellen.